Als je sport wilt fotograferen kun je best vertrouwen op de automatische instellingen en snelheid van je camera. Iets wat je mij niet vaak hoort zeggen. Wat volgt zijn en aantal algemene tips en instellingen voor sportfotografie.
Keuze camera
Van de verschillende camera’s die ik in gebruik heb zal ik voor snelle actie altijd met de FujiFilm X-T2 werken. Deze is de nieuwste van de hoop met de snelste autofocus en de meeste features.
Ik durf zelfs te zeggen dat deze niet moet onder doen voor prosumer DSLR camera’s. De autofocus is snel en je hebt over je volledige beeld focuspunten. Vooral dat laatste kun je zelfs van de duurste DSLR modellen niet zeggen. Filmtransport of Burst rate is ook ongekend voor die prijsklasse.
De elektronische zoeker kan over het algemeen goed volgen. In donkere omstandigheden of bij langdurig afdrukken in burst begint het soms te haperen. Maar dan ben je echt al razendsnel je kaart vol aan het schieten. Iets wat ik persoonlijk nog niet meegemaakt heb (vooral ook omdat ik in single mode schiet).
Als het toch allemaal nog niet snel genoeg gaat is er nog de boost mode en de optionele grip. Die heb ik niet in gebruik maar een van de features, naast de extra batterijen, is dat je ook extra snelheid krijgt en zelfs extra connecties. Die boost mode kan ik ook zonder grip activeren. Al veronderstel ik dat je enkel in body accu dan wel vrij snel leeg gaat. In de niet boost mode kan ik met mijn camera en instellingen een wedstrijd van 2u met gemak volhouden op 1 batterij. Dan heb ik 400 tot 500 foto’s gemaakt.
Keuze lens
Vaak kun je bij wedstrijden enkel vanaf een bepaald punt buiten het veld fotograferen. Veel heen en weer lopen om composities te zoek is er dan niet bij. Sowieso heb je daar bij deze onderwerpen gewoonlijk geen tijd voor. Voor het type wedstrijd wat ik fotografeerde (hockey) zijn er 2 doelen en kun je je bij de aanvallers of verdediging opstellen. Of gewoon blijven staan want halfweg wisselen ze toch van kant.
Het is sowieso wel handig een zoom lens te gebruiken met wat tele bereik. Ik gebruik zelf altijd mijn XF 18-55mm f2.8-4 OIS lens op f4 zodat de opening niet wijzigt terwijl ik zoom. Dit is net voldoende bereik. Al kan ik daarmee wel geen details fotograferen die zich afspelen aan de andere kant van het veld.
De instellingen
Film transport laat ik altijd op S van single staan. C van continuous is voor mij gewoon veel te snel. Dan oefen ik liever in afdrukken op het juiste moment. Zelfs nu heb ik op het einde van de wedstrijd al een 400 tal beelden waar ik er maximaal 100 van bewaar.
Voor de belichting ben je afhankelijk van de hoeveelheid licht op die locatie. Als er op het veld geen te grote verschillen in licht zijn ga ik altijd voor een vaste belichting die ik de hele wedstrijd laat staan.
Daarbij vertrek ik van de f4 maximale opening van mijn lens en een sluitertijd die hoog genoeg is om de meeste beweging te bevriezen. Ik zou 1/500s aanraden als startpunt. Voor hockey werk ik vaak op 1/250s om nog wat beweging vast te leggen maar dat heeft ook als gevolg dat ik meer foto’s moet weggooien wegens onscherp.
Verder belicht ik tot 1 stop onder om hooglichten te beschermen. Ook dat is afhankelijk van de situatie natuurlijk. Als je geen hoge contrasten hebt kun je die beveiliging/correctie weglaten. Meet je belichting wel op een neutraal (grijs) vlak.
ISO hou ik dan zo laag mogelijk. Soms ISO 3200 maar liever 1600. In de zaal in Jambes waar ik fotografeerde was er een combinatie van kunstlicht en daglicht waardoor het vinden van de juiste witbalans niet evident was. Dat in combinatie met een hoge ISO waarde is voor mij reden genoeg om alles in zwart-wit te ontwikkelen.
Autofocus kun je kiezen tussen manueel (M), continuous (C) of single (S). Hier wil je voor de C optie gaan zodat de AF blijft werken zolang je de ontspanner half ingedrukt hebt. Manueel schakelt AF uit en S zal scherpstellen bij het half indrukken van de ontspanner maar ophouden van zodra er focus gevonden is.
Omdat je onderwerp continu in beweging is wil je dus die C optie gebruiken. Daarbij kun je ook nog het focuspunt kiezen. Hiervoor wil je gebruik maken van meerdere punten zoals bijvoorbeeld de zone AF of de wide tracking optie. Bij zone AF gebruik je de middelste punten die ook het sterkst zijn. Bij wide tracking gebruik je diezelfde plus de minder sterke punten in de randen van het beeld.
Zelf had ik het meeste succes met de wide tracking optie omdat in mijn geval het eigenlijke onderwerp lang niet altijd midden in beeld stond. Dat kan natuurlijk aan mijn manier van werken liggen. Waarschijnlijk zoek ik toch bepaalde composities anders dan je onderwerp pal in het midden. En als mijn onderwerp dan uit het midden zou bewegen verliest de focus de grip.
En voor dat laatste heb je bij FujiFilm nog een extra instelling waarbij je tussen een 6 tal sets kunt kiezen. De 6de is een custom set waarbij je zelf kiest hoe gevoelig de tracking is voor een aantal parameters. Denk aan het volgen en vasthouden van een onderwerp en de invloed van nieuwe onderwerpen die in beeld komen. Van de verschillende presets heb ik vooral gewerkt met Set 2 die vooral zal proberen een onderwerp te blijven volgen. Afgewisseld met Set 5 waarbij het systeem rekening zal houden met grillig bewegende onderwerpen en ook kan verspringen naar nieuwe onderwerpen als die in beeld komen.
Bekijk vooral ook de video als je interesse hebt in deze instellingen. Wat volgt is een snelle selectie van de foto’s van de wedstrijd in Jambes.